Etikettering en E-nummers
Wat iedereen zou moeten weten over etikettering en E-nummers en hoe lees je ingrediëntendeclaraties
HIGH LIGHTS:
- Wat er op een etiket moet staan wordt voornamelijk bepaald door EU-regels
- Het voedingscentrum, samen met de industrie en de EU zeggen: “Alle E-nummers zijn
veilig”
- Veel consumenten zijn een heel andere mening toegedaan
- Er zijn additieven van natuurlijke en kunstmatige oorsprong
- Per definitie zijn het echter allemaal "chemische" verbindingen
- Alle additieven vermijden is erg moeilijk en ook niet nodig
Direct naar paragraaf:
EU-Wetgeving
De wet: Om gezondheid en economische belangen te beschermen moet de etikettering
garanderen dat de consumenten beschikken over volledige informatie over de inhoud
en samenstelling van deze producten.
Dat "volledige informatie over de inhoud en samenstelling" moeten we echter met
een korreltje zout nemen: Als 'n additief het bereidingsproces bijvoorbeeld versnelt
of verbetert, dan is er sprake van een technologische hulpmiddelen en hoeft de stof
niet te worden vermeld (tenzij ze een allergene stof bevatten).
Ook additieven die worden toegevoegd aan een ingekocht bestanddeel hoeven, als ze
géén functie in het eindproduct hebben, niet te worden vermeld.
Hoe lees ik etiketten
Alle ingrediënten moeten in afnemende volgorde van gewicht worden vermeld (uitzondering:
mengsels van fruit of groenten), met inbegrip van die ingrediënten waarvan bekend
is dat zij reacties veroorzaken bij personen met een allergie (bv. pinda’s, melk,
eieren, vis).
In het geval van ingrediënten die beschreven worden met de benaming van het product
(bv. "tomatensoep") of met plaatjes of woorden (bv. "met aardbeien"), of die kenmerkend
zijn van een levensmiddel (bv. het % vlees in "chili con carne"), moet tevens hun
percentage worden vermeld.
Hier twee voorbeelden (Cup-a-Soup en Saté) waarin we conclusies kunnen trekken uit
de volgorde
Soms staan er ook fouten in de declaraties
(Klik op het plaatje om te vergroten)
In het eerste voorbeeld, de cup a soup, kun je zien dat de fabrikant een fout in
zijn declaratie heeft gemaakt: Na Aardappelmeel staat smaakversterker E621 op de
tweede plaats, vóór croutons, waarvan 16 % aanwezig is. Dat wil zeggen dat er méér
dan 16 % smaakversterker in “smoked ham & honey” zou zitten. Zo bont zal Unox het
zeker niet willen maken. Unox heeft ook bevestigd dat hier een fout is gemaakt
Ingrediënten saté met saus
(Klik op het plaatje om te vergroten)
In het tweede voorbeeld, de Saté, zou je vanuit de declaratie zo maar kunnen denken
dat er 33% kippenvlees in zit. Als je echter doorleest en ziet wat er tussen haakjes
staat, ontdek je dat er behalve kippenvlees ook nog water en andere bestanddelen
in zitten. Omdat de hoeveelheid water op de tweede plaats staat, mag je dus concluderen
dat de werkelijke hoeveelheid kippenvlees ligt dus tussen 16.5% en 33% ligt.
Hier lees je iets over het verschil tussen aroma's, natuurlijke aroma's en natuuridentieke aroma's:
Van Nat. Diëtisten Nederland: Natuurlijke aroma’s: niet zo natuurlijk?
“Carry over” van additieven
- Een additief hoeft niet vermeld hoeft te worden als het een functie heeft in het
gebruikte ingrediënt, maar niet meer in het eindproduct waarin dat ingrediënt is
verwerkt. Dit wordt een carry-over additief genoemd. Voorbeelden hiervan zijn conserveermiddel
in kleurstof en anti-klontermiddel in zout.
- Ascorbinezuur hoeft niet in de ingrediëntenlijst van 'n broodverbetermiddel te
worden vermeld. Deze stof verkort het bereidingsproces door de deegeigenschappen
te beïnvloeden, maar heeft in het brood zelf geen technologische functie. Ascorbinezuur
is in dit geval dus een hulpmiddel. Het is daarom meestal niet verplicht om dit
additief in de ingrediëntenlijst van het brood te vermelden. Tenzij het bijvoorbeeld
soja bevat, dit is een allergene stof. Ascorbinezuur moet dan vermeld worden op
een van de volgende manieren in de ingrediëntenlijst: ‘technologische hulpstof (bevat
soja)’ of ‘proceshulpstof (bevat soja)’ of ‘ascorbinezuur (bevat soja)’.
- Of een additief als carry-over beschouwd mag worden hangt af van de concentratie
in het ingrediënt en de hoeveelheid die in het producten wordt gebruikt. Hoe meer
dat is, hoe meer er in het eindproduct terechtkomt en hoe groter de kans is dat
het additief ook in het product nog een technologische functie heeft. Het is echter
niet altijd gemakkelijk te bepalen wanneer een additief een ingrediënt is en wanneer
een technologisch hulpmiddel.
Wet- en regelgeving
E-nummers, wat zijn dat eigenlijk
E-nummers zijn door de EU als veilig bevonden additieven (De "E" staat voor "Europa")
en daarmee goedgekeurde toevoegingen voor in de voeding. Ondanks dit keurmerk raken
E-nummers steeds meer omstreden, o.a. door het boekje van de Française Corinne Couget:
"Wat zit er in uw eten". Een toevoeging mag zowel met zijn naam, als E-nummer op
de declaratie worden vermeld.
"Eenvoudig" zakje paprika chips
Meer dan 20 ingrediënten in een zakje “paprika” chips:
- Aardappelen
- zonnebloemolie (35%)
- paprikasmaak [beschuit van tarwe
- paprikapoeder
- suiker
- fructose
- karnemelkpoeder
- uienpoeder
- smaakversterkers (monosodiumglutamaat, disodium-5', ribonucleotide)
- kaliumcloride
- smaakstoffen (bevat melk, cafeïne, vanille, knoflookpoeder, champignonpoeder)
- rookaroma's
- rijstemeel
- kleurstoffen (paprika-extract)
- zuurteregelaars (citroenzuur en appelzuur)
- zout.
Niet gezegd dat ze allemaal zo slecht zijn, maar moeten er werkelijk zoveel additieven
in een eenvoudig zakje chips zitten? Lukt het echt niet met:
- Aardappelen
- zonnebloemolie (35%)
- paprikapoeder?
Welke E-nummers kunnen beter worden weggelaten i.v.m. hyperactiviteit
Samen toch zo’n 83!! additieven:
- 20 Kleurstoffen:
- 7 Conserveermiddelen en bepaalde voedingszuren:
- 6 Parabenen
- 9 Sulfieten
- 2 Nitrieten
- 2 Nitraten
- 2 Acetaten
- 12 Anti-oxydanten en voedingszuren
- 14 Smaakversterkers
- 1 Glansmiddel
- 6 Geur- en smaakstoffen
- 3 Zoetstoffen.
Voor details over deze E-nummers zie de pagina
"E-nummers"
Zijn alle E-nummers veilig
Het voedingscentrum, samen met de industrie en de EU zeggen: “Alle E-nummers zijn
veilig” en daarom hebben ze een goedkeuring in de vorm van een E-nummer gekregen.
Eigenlijk is deze vraag echter niet goed te beantwoorden zonder dat er meer onderzoek
wordt gedaan want:
- E-nummers worden immers niet onderzocht op het veroorzaken van allergieën en intoleranties
- E-nummers worden ook niet onderzocht op hun effect in combinatie met andere E-nummers
- Omdat onderzoeksresultaten van E-nummers door de fabrikanten zelf moeten worden
aangeleverd, ligt er altijd het gevaar op de loer, dat onderzoeken met voor dit
additief door de fabrikant als negatieve beschouwde uitkomsten, niet gepubliceerd
worden.
- Via de belastingen en werkvoorziening heeft de Ned. overheid grote belangen bij
de industrie. Dus ook van die kant zal er soms aarzeling zijn om stoffen al te snel
te verbieden
Maar toch zijn er soms ook lichtpuntjes:
De Europese Unie heeft uit voorzorg besloten dat er voor 6 azo-kleurstoffen een
waarschuwing moet worden vermeld. Dit geldt voor de kleurstoffen E102, E104, E110,
E122, E124 en E129). De exacte tekst luidt: “[naam of E-nummer van de kleuren]:
kan de activiteit of oplettendheid van kinderen nadelig beïnvloeden.” en niet voor
niets zijn
- E102: Verboden in Noorwegen en Zweden
- E104: Verboden in VS en Australië
- E124: In 1990 in VS verboden
- E133: Verboden in Noorwegen, Finland en Frankrijk.
Volledig bijgewerkte lijst van teruggetrokken E-nummers:
lijst
Bron:
Eu-nummers.nl
Moet je nu alle E-nummers vermijden
Nee. Vele onschuldige additieven hebben immers een E-nummer.
Ingrediënten kunnen ook met hun naam worden vermeld, dus het wordt in elk geval
wel lastig. Ook worden fabrikanten steeds inventiever om vervelend klinkende benamingen
te omzeilen (clean labeling).
Daarnaast: Het leven is vol risico’s die we niet allemaal kunnen of willen vermijden.
en waar we vaak ook niet moeilijk over doen:
- Gaan we al onze kruipruimtes dichtgooien omdat zich daar radioactief radongas
kan ophopen!
- Gaan we stoppen met het gebruik van de fiets, auto of vliegtuig!
- Kunnen we nog zonder onze magnetron, hoogspanningsmasten, zendantennes, GSM‘s
en Wifi!
- Of stoppen we met barbecueën!
Zelfs het eenvoudige voorschrift om onze GSM minimaal 2.5 cm van ons hoofd te houden
of uitsluitend een handsfree-set te gebruiken volgen we nauwelijks op.
Met andere woorden, het echte probleem is blijkbaar dat er vermoedelijk wel mensen
zijn voor wie het verstandig zou zijn om additiefvrij te eten, in elk geval bepaalde
additieven weg te laten, maar dat we niet weten hoe groot die groep is, wie er bij
die groep horen en welke additieven dan weggelaten moeten worden.
Voor hen die wél weten welke klachten waardoor veroorzaakt worden of dit willen
uitzoeken is het natuurlijk altijd zinvol om de veroorzakers op te sporen en weg
te laten.
Daarnaast zal iedereen zelf moeten bepalen welke inspanning hij wil leveren om de
risico's zo ver mogelijk omlaag te brengen.
Het kan geen kwaad om ondertussen wel aan de fabrikanten duidelijk te blijven maken
dat veel consumenten een minimum aan additieven willen.
De praktische feiten over additieven
- Er zijn natuurlijke en synthetische additieven.
Citroenzuur en Vit. C bv. zijn echt natuurlijke verbindingen en als je geen aangetoonde
overgevoeligheid voor deze verbindingen hebt is het absoluut niet nodig deze stoffen
te vermijden. Zo zijn er nog veel meer additieven die natuurlijk en onschadelijk
zijn.
- Vraag is ook of de (vaak ongeteste) natuurlijke stoffen minder gevaarlijk zijn
dan de (vaak goed geteste) synthetische additieven.
- Sommige individuen reageren (snel) op additieven, maar ook natuurlijke stoffen.
Bv. met hyperactiviteit, ADHD enz.
- Er zullen best mensen zijn voor wie sommige additieven schadelijk zijn (en die
hierop, zij het soms met jaren vertraging en misschien ziekte, reageren, misschien
zelfs wel kanker), maar we weten niet voor wie welk additief dan schadelijk is en
in welke hoeveelheid. Bedenkt dat de dosis het vergif maakt en dat er, behalve voor
hormoonverstorende verbindingen, een drempelwaarde is waarbeneden je weinig risico
loopt.